In De Kersentuin draait alles om het landgoed van Ljoebov en haar familie. We wilden daarom graag een tuinomgeving als decor voor de voorstelling. De Botanische Tuinen in Utrecht lenen zich erg goed voor het ensceneren van de voorstelling, omdat er zowel grote open velden zijn waar het centrale deel van de voorstelling gespeeld zal worden, maar er daarnaast ook intieme schilderachtige plekken zijn waar voorafgaand aan de voorstelling al kleine scènes gespeeld kunnen worden of te zien zullen zijn. De toeschouwer zal een totaalervaring ondergaan van tuinen en toneel door gebruik te maken van de mogelijkheid voorafgaand aan de voorstelling de tuinen te bekijken, eventueel gebruik te maken van een picknickmogelijkheid en aansluitend de voorstelling te bekijken. In de voorstelling zullen we proberen terug te laten komen wat je voorafgaand aan de voorstelling hebt gezien of beleefd.
Centraal thema in De Kersentuin is de tijd en hoe ieder personage hiermee worstelt. De kersentuin is vergane glorie. De schulden zijn te hoog geworden voor Ljoebov en haar familie om er te blijven wonen. Het lot is onomkeerbaar; de kersentuin zal verkocht worden of het bestemmingsplan moet dusdanig veranderen dat het weer een winstgevende onderneming wordt. Maar Ljoebov wil niks liever dan de herinnering hoog houden en de tijd stilzetten. Zij zit daarom, bewust, volledig in de ontkenning van de schulden en rekt het verleden op totdat het zal barsten.
Lopachin echter, ziet een plan met zomerhuisjes als de ideale onderneming voor de toekomst om goud geld mee te verdienen. Alle personages houden vast aan het verleden of een beeld voor de toekomst en gaan daarmee voorbij aan het heden.
Zij hebben in dit proces eigenlijk ook alle werkelijke connectie met elkaar verloren, ieder zit in zijn eigen wereld, op zijn eigen spoor. Aan de buitenkant zie je hier weinig van. Er wordt volop met elkaar van gedachten gewisseld, maar werkelijk communiceren met elkaar is niet aan de orde. De worsteling die ieder met zichzelf voert geeft aan hoe ze in het leven staan en hoe ze zich verhouden tot de voorbijgaande tijd.
Tekst: Anton Tsjechov
Vertaling en bewerking: Willibrord Keesen
Regie: Geke van Boxem
Spel: Tineke Hoopman (Ljoebov), Pleun Schaeffer (Anja), Roos de Ridder (Varja), Marcel Zweers (Gajev), Guus van Teeseling (Lopachin), Wouter Reitsema (Trofimov), Jochem Kips (Jepichodov), Nathalie Smit (Doenjasja), Ronald Franken (Firs) en Tjerk van Impelen (Jasja).
Speeldata:
7 en 8 juni 2013 in de Botanische Tuinen Utrecht
28, 29 en 30 juni 2013 op het Landgoed Schovenhorst in Putten
Klik hier voor meer informatie over deze voorstelling of hier om direct te reserveren.